10.09.2025
De Vlaamse stikstofsaga leest ondertussen als een James Joyce-roman

De Vlaamse stikstofsaga leest ondertussen als een James Joyce-roman: duizelingwekkend, onsamenhangend en bijna onmogelijk om helder na te vertellen. De ene alinea schuift naadloos in de volgende, lijsten duiken op en verdwijnen weer, en ministers ratelen in een soort stream of consciousness waar geen lezer nog wijs uit geraakt. Wie de plot tracht te volgen, moet zich door eindeloze voetnoten worstelen, en komt telkens bedrogen uit: de personages lijken op weg naar catharsis, maar belanden telkens opnieuw in hetzelfde hoofdstuk.
Wat in de herfst van 2021 in Kortessem begon met het aanvechten van een vergunning voor een kippenstal, groeide uit tot een juridisch precedent dat als een literaire bom insloeg: plots kon elke vergunning in vraag worden gesteld. Vanaf dat moment zat Vlaanderen gevangen in een plot die niemand had voorzien en die sindsdien, Joyceiaans chaotisch, telkens nieuwe wendingen krijgt zonder ooit tot een echte ontknoping te komen.
In februari 2022 sloot de Vlaamse regering een stikstofakkoord dat de crisis moest bezweren. Kern van het plan: een forse reductie van ammoniakuitstoot in de landbouw en stikstofoxiden in industrie en verkeer tegen 2030. Er kwam een lijst met piekbelasters die zouden moeten inkrimpen of sluiten, en tegelijk werd een miljard euro aan subsidies voorzien om bedrijven te helpen investeren in emissiearme technieken. Het akkoord werd voorgesteld als historisch, maar de spanningen tussen landbouw, industrie en milieuorganisaties bleven groot.
Vervolgens belandde het akkoord in het Grondwettelijk Hof: Boerenbond en ABS vochten het aan als onevenredig voor landbouw, terwijl milieuorganisaties stelden dat het juist te zwak was voor natuur en EU-regels. Resultaat: een juridisch mijnenveld waarin het Hof haar weg wellicht zelf kwijt is.
Daarna volgde maandenlang politiek getouwtrek, versterkt door de aanloop naar de verkiezingen van 2024. Elke partij probeerde haar achterban te bedienen: voor CD&V lag de nadruk op het sussen van de landbouwsector, terwijl Groen en Vooruit aandrongen op een striktere ecologische koers. Open VLD probeerde intussen vooral de economische impact te beperken. Het resultaat was een reeks halfslachtige compromissen en verschuivende deadlines, zonder dat er echte duidelijkheid kwam. Voor de boeren betekende dit vooral onzekerheid: zij investeerden in dure reductietechnieken waarvan het nut betwist wordt, wisten niet of hun vergunningen zouden standhouden, en zagen hun toekomst afhangen van lijsten en drempels die van de ene dag op de andere konden veranderen.
Hierna verscheen de grote held van de landbouwers ten tonele: minister Jo Brouns. Hij zwaaide met miljardensubsidies voor luchtwassers, emissiearme stalvloeren en andere technieken waarvan de Wageningen Universiteit (WUR) al had aangetoond dat ze in de praktijk veel minder effectief zijn dan op papier. Tegelijk wist hij de lijsten met piekbelasters miraculeus te doen slinken: van zestig bedrijven in juni 2025 naar amper elf twee maanden later. Voor de boeren leek dat een opluchting, maar in werkelijkheid voedde het vooral het wantrouwen. Want als de cijfers zo makkelijk verschuiven, hoe stabiel is hun toekomst dan nog?
Het geheim achter de spectaculaire krimp van de piekbelasterlijst lag bij de gebruikte kritische depositiewaarden (KDW’s). In plaats van de geactualiseerde waarden die de Raad voor Vergunningsbetwistingen in de zaak-Nelissen als noodzakelijk aanduidde, koos Brouns ervoor om de oude lijsten te hanteren. Zo verdwenen tientallen bedrijven van de radar, niet omdat hun impact plots lager was, maar omdat de rekenlat bewust werd aangepast. Het resultaat: een juridisch wankel compromis dat de boeren tijdelijk geruststelde, maar bij de volgende procedure opnieuw kan worden getorpedeerd.
Dus blijven we achter met de vraag: was dit onkunde, gemakzucht of kwade wil? Heeft de minister met zijn kabinet de nieuwe lijsten gewoon niet gezien, weigerden ze de oefening te herhalen uit luiheid, of hebben ze bewust gekozen voor een politieke truc om de druk te verlagen? Wat het antwoord ook is, het resultaat blijft hetzelfde: boeren zitten nog steeds in onzekerheid, massa’s belastinggeld vloeit naar technieken die niet werken, en de natuur wacht vergeefs op echte bescherming. Zo eindigt dit hoofdstuk zoals het begon: niet met een oplossing, maar met een woordenstroom die niemand nog kan volgen — een Vlaamse Ulysses zonder einde, met een Kinrooise Leopold Bloom.
P.S. Bekritiseren zonder zelf met een voorstel te komen is uiteraard makkelijk, daar doen we niet aan mee. Het ballonnetje dat de minister maar al te graag de lucht in laat gaan, zijnde vergunningen toekennen o.b.v. de stikstofemissie van het bedrijf in plaats van de stikstofdepositie in de nabije omgeving, is de zoveelste zinloze goocheltruc die juridisch niet zal standhouden. Neem gerust een kijkje bij onze noorderburen, waar de 1-mol-plannen van Femke Wiersma (BBB) tot gehakt vermalen werden door de Raad van State. De énige deftige oplossing, zoals ook de Nederlandse provincies het begrepen hebben, is een serieuze inkrimping van de veestapel. En nee, voordat iemand het uitschreeuwt, dat gaat onze eigen vleesvoorziening niet bedreigen, want veel van wat de Vlaamse landbouwers produceren is toch bestemd voor export …
#landbouw #klimaat #ruimtelijkeordening
Beeld: AI, in opdracht van Limburgse Milieukoepel vzw