Vluchten kan niet meer!
Nieuws

Vluchten kan niet meer!

Terug naar het nieuwsoverzicht

06.10.2022

Een andere aanpak van grondwaterwinningen dringt zich op

Vluchten kan niet meer!

Auteur: Ronald Jacobs van Natuurpunt Oost-Brabant

De weerextremen volgen elkaar op, we gaan van waterbommen naar extreme droogtes. De gevolgen van de overstromingen, bosbranden en de droogte worden steeds duidelijker. Om nog erger te voorkomen moet de CO²-uitstoot in 2050 naar nul! Het kan, als we stoppen met gas, olie en steenkool. We moeten ook een omschakeling maken in de landbouw en onze bestaande watervoorraad op een verantwoorde manier gaan beheren. Zo staan de meeste poelen en heel wat beken nu droog en wordt er steeds dieper geboord om ons schaarser wordend grondwater te gebruiken voor laagwaardige toepassingen. Het bewustzijn dat het zo niet langer door kan gaan, groeit, maar het verzet tegen verandering is groot.

Stijgend aantal aanvragen voor grondwaterwinningen

Naarmate het warmer wordt, neemt het aantal aanvragen van grondwaterwinningen toe. Zelden of nooit worden deze aanvragen geweigerd. Het credo is immers “Anders hebben we minder eten”, terwijl de productie vaak voor 50% of meer bestemd is voor de export. Niemand schijnt te beseffen dat we beter onze landbouw aanpassen aan bodem en klimaat. Fruitteelt bijvoorbeeld is volgens ons mogelijk zonder grondwaterwinning. We zien hier nog steeds ieder jaar productieoverschotten. Ons grondwater wordt opgeofferd om op een zwaar gesubsidieerde manier buitenland van goedkoop fruit te voorzien. Dit gebeurt niet alleen ten koste van onze natuur maar legt ook een hypotheek op onze toekomstige landbouw en drinkwatervoorraad. Ook onze vleeshonger is een groot probleem. Los van het stikstofprobleem zou voor de productie van 1 kilo intensief geteeld rundsvlees 15.500 liter water nodig zijn.

Bij Natuurpunt dienen we dan ook meerdere keren per maand bezwaar of beroep in tegen het overbodige en overdreven watergebruik op basis van grondwaterwinningen.

Controle op illegale vergunningen is quasi onbestaande

De controle op illegale vergunningen is zeer minimaal en de overtreder wordt zo goed mogelijk gespaard. De controle op een grondwaterwinning kan bij de gemeente, de provincie, VMM of Handhaving liggen. En vaak schuift men de verantwoordelijkheid van de ene dienst naar de andere door. Wie verantwoordelijk is, wordt bepaald door de diepte van de boring en het debiet van het opgepompte water. En vermits je dat niet kunt ‘zien’…

Eerder dit jaar werd er een loket opgericht waar men illegale grondwaterwinningen kan melden. We namen de proef op de som, en wat stellen we vast? Enorme winningen die jarenlang gratis water hebben opgepompt, worden beleefd aangemaand een vergunning aan te vragen. Een vergunning die uiteraard in 99,9% van de gevallen verleend wordt, ongeacht de toestand van het grondwater of de bodem. Er verandert dus niets ten goede voor onze grondwatervoorraden!

Een doekje voor het bloeden?

We zien dat er steeds meer een dagdebiet wordt opgelegd in een poging om het gebruik af te remmen. Maar niemand kan ons zeggen hoe dit gecontroleerd wordt en door wie. De aanvrager zou dit zelf moeten bijhouden. We zien anderzijds dat het aangevraagde dagdebiet voor eenzelfde teelt enorm kan verschillen. Voor peren zagen we aanvragen van 40m³ tot 300m³ per ha. Een andere praktijk is dat aanvragen gedaan worden voor grotere oppervlaktes dan er effectief in gebruik zijn om alzo meer te kunnen oppompen dan verantwoord is. Wanneer we dit kunnen aantonen, dan verlaagt de vergunningverlener al eens het jaardebiet. Onthoud echter dat een vergunning enkel grondig wordt nagekeken als wij bezwaar of beroep indienen. Doen we dat niet, dan heeft de aanvrager bijna steeds vrij spel om zijn onzorgvuldige of gemanipuleerde aanvraag te verzilveren!

Cumulatie van grondwaterwinningen

Professor Meire (Universiteit Antwerpen) stelt dat de vele kleintjes een groot probleem vormen. We denken dan onwillekeurig aan het stikstofprobleem waarbij telkens per bedrijf een bijkomende uitstoot getolereerd werd van 5% zonder de totale impact te bekijken. Met als gevolg dat ‘the death by a thousand cuts’ ervoor zorgde dat onze natuur letterlijk stikt.

We vragen dan ook bij iedere vergunning naar een degelijk onderzoek om de cumulatieve impact van alle grondwaterwinningen op een grondwaterlaag, het oppervlaktewater en de natuurlijke en menselijke omgeving te evalueren. Tot op vandaag blijft de vraag naar zo’n onderzoek nog steeds vruchteloos. Zelf deden we een poging om deze cumul te bewijzen en ontwikkelden we een eigen manier. Doch tot op heden is dat water op een hete plaat.

Uitzonderingen

Een vergunning wordt gelukkig niet altijd verleend. De uitzondering bevestigt echter de regel.

Een bedrijf op de grens van Zoutleeuw en Linter liet na om een infiltratiebekken van 360.000 liter aan te leggen zoals voorzien in de vergunning. Niemand controleerde dit. De locatie van de infiltratiezone werd op zijn ‘Vlaams’ opgehoogd en ingezaaid tot paardenweide. De exploitant wou nu een zeer groot wachtbekken bouwen om deels te vullen met grondwater. We gingen in beroep en minister Demir weigerde de vergunning. Ze stelde dat dergelijke praktijk absoluut ongewenst is. Alleen al gelet op mogelijke waterverliezen, is het niet duurzaam om een hemelwateropvangbekken te gaan bijvullen met grondwater. Het waterbassin is ook niet verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening. We zijn dan ook tevreden dat onze inspanningen om de enorme verspilling van ons grondwater aan te klagen niet steeds vruchteloos zijn.

Meer nog, gezien de aanleg van een infiltratiebekken van 360.000 liter en de groenaanleg zoals voorzien in de eerdere vergunning niet uitgevoerd werden, krijgt de aanvrager nu de strikte verplichting het infiltratiebekken te bouwen. Benieuwd wie dit zal controleren en opvolgen.

Wat zeggen de teksten?

Volgens het waterwetboek moet bij het toekennen van een grondwaterwinning altijd eerst bekeken worden of al de alternatieven onderzocht zijn, met name:

  • Alternatieven die de watervraag beperken: gewaskeuze (meer droogteresistente gewassen), aangepaste teeltmethode (bijv. no-till landbouw), niet beregenen op gedraineerde velden, enz. (Dit wordt nooit onderzocht!)
  • Alternatieven voor het water (bijv. op www.waterradar.be kan er gekeken worden welke alternatieven er in de omgeving zijn.) (Dit wordt nooit onderzocht!)

Kaderrichtlijn Water

De richtlijn wil de watervoorraden en waterkwaliteit in Europa veiligstellen en de lidstaten verplichten om duurzaam met water om te springen. De richtlijn voorziet hiervoor in een aanpak van het waterbeheer op basis van stroomgebieden, met als centrale doelstelling het bereiken van de goede toestand van het watersysteem. Hiertoe wordt om de 6 jaar de toestand van alle grondwaterlichamen in kaart gebracht via een kwantitatieve en kwalitatieve toestandsbepaling op basis van de werkelijke toestand.

Hierbij moeten we ook verwijzen naar het 'standstill-beginsel', het 'preventiebeginsel' en het 'voorzorgbeginsel' zoals opgenomen in het waterwetboek.

  • het standstill-beginsel, op grond waarvan moet worden voorkomen dat de toestand van watersystemen verslechtert;
  • het preventiebeginsel, op grond waarvan moet worden opgetreden om schadelijke effecten te voorkomen, veeleer dan die achteraf te moeten herstellen;
  • het voorzorgsbeginsel, op grond waarvan het treffen van maatregelen ter voorkoming van schadelijke effecten niet moet worden uitgesteld omdat na afweging het bestaan van een oorzakelijk verband tussen het handelen of nalaten en de gevolgen ervan niet volledig door wetenschappelijk onderzoek is aangetoond.

Evenwicht in de waterbalans is zoek

Op de website van het departement Landbouw en Visserij lezen we “dat de waterbalans uit evenwicht is en dat we daardoor steeds meer problemen krijgen door de verdroging. Dit heeft grote gevolgen voor de waterkwaliteit en het oppervlaktewater alsook voor de toekomstige drinkwaterbeschikbaarheid en de landbouw. De grondwaterlagen krijgen te weinig kans om aan te vullen.”

We vinden dan ook dat het afleveren van vergunningen voor grondwaterwinningen dringend aan banden gelegd moet worden.

In een hoorzitting waar Natuurpunt Oost-Brabant aanklaagde dat bij beregening veel water verloren gaat door de alomtegenwoordige drainage, luidde het antwoord: "Het beregenen zal door de aanvrager oordeelkundig gebeuren. Men zoekt naar de grens wat de plant nodig heeft om te groeien en de aanvrager zal niet te veel beregenen om het via de drainage te laten wegvloeien."
Blijft onze vraag; hoe zit deze goocheltruc in elkaar? 
Omdat de beregening vaak gebeurt op gedraineerde gronden, is het een fabeltje dat wat de plant niet opneemt, terug de grond in gaat. Een groot deel verdampt en de rest gaat meestal vervuild naar onze rivieren. We zien immers een toename van nutriënten in het oppervlakte water van het Demerbekken met 29% de afgelopen 5 jaar.

Volgens professor Willems (KU Leuven) vloeit er via de landbouw meer dan 400 miljoen m³ water per jaar naar de zee, waardoor er een tekort dreigt aan zoet water, en dus een tekort aan drinkwater. Ook de grondwatertafels dalen. Op termijn is een ramp voor natuur en landbouw onvermijdelijk.
We hopen dan ook op een ernstig en dringend grondwaterbeleid in het belang van de natuur, de bevolking en de landbouw.

Dank aan Ronald Jacobs omdat we zijn tekst hier mochten delen.

Beeld: Aphiwat chuangchoem by Pexels