28.10.2025
Sommige politici durven al eens buiten de lijntjes te kleuren wat betreft het verlenen van omgevingsvergunningen. U en ik zijn er de dupe van.
Recent ontving ik n.a.v. meerdere vermeldingen in deze krant omtrent milieudossiers een heuse instroom van e-mails, berichten etc. van mensen die ofwel dankbaarheid wilden tonen, ofwel om hulp/advies zochten, ofwel mij allerlei onaangenaamheden toewensten, tot de dood toe. Hoog tijd voor wat duiding bij de omgevingsvergunning leek me.
Wat is een omgevingsvergunning eigenlijk? In feite is het een vervuilingsvergunning: toelating om te vervuilen. De aard ervan kan sterk verschillen. Als milieuvereniging zetten wij ons o.a. reeds in voor behoud van onze open/groene ruimte (Groene Delle), de strijd tegen geurhinder (woonwijken nabij het REMO-stort), lozingen van giftige zware metalen, PFAS etc. in onze beken (Dommel) ... Wie levert die omgevingsvergunning af? Dat is de vergunningverlenende overheid (VVO): politici door het volk verkozen om het algemeen belang van dat volk te behartigen: het college van burgemeester en schepenen, de deputatie van de provincie of de minister van omgeving.
Hoe verloopt dat proces? Wie een omgevingsvergunning wilt, dient een aanvraag met een onderbouwd dossier in. Dan volgt een openbaar onderzoek waarbij overheidsinstanties (experts met kennis ter zake) en overheden (bv. buurgemeenten) om advies gevraagd worden, en derden via een bezwaar kunnen meedelen waarom die vergunning best geweigerd wordt. Gebaseerd op al die info zal de VVO een besluit nemen. Bevalt het oordeel niet, kan zowel de aanvrager, de bezwaarindiener als (voorlopig nog) een overheidsinstantie beroep aantekenen bij een VVO hoger in rang. Het riedeltje begint opnieuw, maar indien men zich nu nog steeds niet kan vinden in de uiteindelijke goed- of afkeuring, moet men zich wenden tot de Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVb), rechters met inzicht in ons omgevingsrecht.
Wordt een omgevingsvergunning geweigerd, wordt er makkelijk door de aanvrager en diens medestanders geschoten op bezwaarindieners. Echter geheel onterecht. Neem als voorbeeld het recente dossier over de bijstelling van de vergunningsvoorwaarden van het Stedelijk Motorcrosscentrum Lommel (SML), waar minister Brouns na ons beroep de Limburgse deputatie terugfloot. De provinciale omgevingsvergunningscommissie (ambtenaren met kennis van zaken) leverde een unaniem ongunstig advies af aan de deputatie waarna deze toch een (deels) gunstige vergunning afleverde. Het SML werd door de deputatie een loer gedraaid, want ze ontving een vergunning die juridisch op drijfzand stond. Volgens het Departement Omgeving wordt, van alle door politici afgeleverde omgevingsvergunningen die aangevochten worden bij RvVb, meer dan de helft vernietigd! Anders gezegd: sommige politici durven blijkbaar al eens buiten de lijntjes kleuren, u en ik zijn er de dupe van.
Wat zijn we met een job, een goed loon, een dak boven ons hoofd als we moeten leven in een grijze wereld van beton, lawaai en her en der nog een vergiftigd stukje open ruimte. Is dat die zogezegde “welvaart”? Kwalitatief omgevingsbeleid vergt durf (om een vergunning ook te weigeren) en langetermijndenken. Zullen onze volksvertegenwoordigers ooit het belang van een kwalitatieve leefomgeving inzien? De adviezen van de Gemengde Commissie Vergunningen stellen mij alvast niet gerust, maar wij blijven strijdvaardig voor een gezond, groen en leefbaar Limburg.
Dylan Elen
---
Dit opiniestuk werd opgenomen in WKND Limburg, bijlage bij Het Belang van Limburg op 25/10/25. Door plaatsgebrek verscheen deze ingekorte versie.
