Sinds 2018 worden omgevingsvergunningen standaard voor onbepaalde duur afgeleverd. Voorheen moest je bouw- en milieuvergunningen apart aanvragen en waren ze 20 jaar geldig. Elke bouw- of milieuvergunning die dus werd afgeleverd vóór 2018 komt op zeker ogenblik te vervallen.
Daarvoor moet er een hernieuwing aangevraagd worden.
Simpel, toch?
Stel je hebt een bedrijf, volledig in orde met bouw- en milieuvergunning, afgeleverd op 1 augustus 2005. De vergunningen zijn 20 jaar geldig en vervallen dus op 1 augustus 2025.
Dan vraag je begin 2025 via het omgevingsloket een hernieuwing aan en je hoopt dat die verleend wordt vóór augustus 2025, toch?
Zo simpel is het echter niet!
Om volledig in orde te zijn moet je aanvraag voor hernieuwing ingediend worden tussen de 24 en de 12 maanden (tussen 2 en 1 jaar) vóór de vervaldag van de oude vergunning.
In ons voorbeeld moet je dus jouw aanvraag indienen tussen 1 augustus 2023 en 1 augustus 2024.
Als de hernieuwingsaanvraag ten laatste één jaar vóór de vervaldag van de oude vergunning wordt ingediend, mag je gebruik blijven maken van de oude vergunning zolang de procedure van de hernieuwing loopt (ook al is het intussen september 2025 en is je oude vergunning vervallen).
Dien je pas in januari 2025 je aanvraag voor hervergunning in, dan heb je niet minstens één jaar op voorhand de aanvraag gedaan en mag je de oude vergunning niet blijven gebruiken tot de nieuwe in orde is. Als de procedure in september 2025 nog niet is afgerond, zit je even zonder vergunning, in afwachting … en mag je dus niet zomaar verderdoen met je activiteiten.
Meer info: artikel 70 van decreet omgevingsvergunning.
Wie stikstof uitstoot mag een hernieuwing aanvragen tot net voor de vervaldag, en toch gebruik blijven maken van de oude vergunning (art. 394/2).
Helemaal vergeten? Een nieuwe vergunning dan!
Dien je de hernieuwingsaanvraag pas in september 2025 in, dus na het vervallen van de oude vergunning, dan ben je te laat.
De oude vergunning bestaat niet langer, en je zit met een feitelijke inrichting zonder vergunning.
Je moet dan een nieuwe vergunning aanvragen voor een nieuwe inrichting. Daarbij zal de vergunningverlener (gemeente of provincie) rekening moeten houden met alle vandaag geldende regels.
Meer info: verval van een vergunning.
Tijd rekken
De regelgeving spreekt wel degelijk over de datum van indiening, die telt.
Je kan dus op 1 juli 2024 (13 maanden vóór de vervaldag van 01/08/25) een aanvraag voor hernieuwing indienen, ook al is je dossier nog niet volledig.
Het dossier wordt, zoals verwacht, onvolledig verklaard binnen een maand na indiening. Je krijgt bijvoorbeeld drie maanden de tijd om ontbrekende stukken aan te leveren.
Dit is voorzien in de regelgeving: artikels 19, 20 en 21 van het decreet omgevingsvergunning.
De Vlaamse regering heeft echter geen beperking voorzien voor het aanleveren van bijkomende documenten na een onvolledigheidsverklaring. Hierdoor kunnen onvolledigheidsverklaringen zich opstapelen. In principe moet de vergunningverlenende overheid een aanvraagdossier grondig onderzoeken op volledigheid, maar af en toe wordt toch iets over het hoofd gezien… Of is er meer aan de hand?
Zo komen we tot een concreet geval in Limburg: de hervergunning van het motorcrosscircuit Horensbergdam in Genk.
De aanvraag voor hernieuwing werd ingediend op 08/03/24, netjes een jaar en één dag voor de vervaldag van 09/03/25. Op 13/06/25 werd de aanvraag, na 15 maanden en in versie 5, volledig en ontvankelijk verklaard en start de beslissingstermijn van 120 dagen (kan nog met 60 dagen verlengd worden). Op dat ogenblik wordt al drie maanden gebruik gemaakt van de inmiddels vervallen vorige vergunning, in afwachting van de volgende vergunning.
Kan dat zomaar? Ja, blijkbaar wel. De regelgeving voorziet geen strikte maximumtermijn (bijvoorbeeld een jaar) en geen strikt maximum aantal onvolledigheidsverklaringen (bijvoorbeeld 3). En de hervergunninsaanvraag werd meer dan een jaar voor de vervaldag ingediend.
Maar er is nog zoiets als behoorlijk bestuur, waardoor de overheid een dossier binnen een ‘redelijke termijn’ moet afhandelen. Daarvoor is de termijn van 105 dagen (of 120 indien er advies vereist is van de Provinciale omgevingsvergunningencommissie, POVC) vastgelegd. Deze termijn begint te lopen vanaf de volledigheidsverklaring. Wat er daarvoor gebeurt, is dus nog steeds wazig.
Dat moet anders! In het kader van behoorlijk bestuur en redelijke termijnen moet er paal en perk gesteld worden aan deze (opzettelijke?) tijdrekkerij van opeenvolgende onvolledigheidsverklaringen. Een volledigheidsonderzoek moet grondig gebeuren. Hier en daar kunnen nog verduidelijkingen gevraagd worden, maar het ontbreken van een essentieel document zoals bijvoorbeeld betalingsbewijs van dossiertaks moet onmiddellijk ontdekt worden, niet pas na maanden. Sommige vergunningen worden er nog snel doorgeduwd om aan strengere normen te ontkomen, andere vergunningen blijven schijnbaar eindeloos hangen. Hoopte men misschien op soepelere regels op termijn?
#ruimtelijkeordening