18.12.2025
We komen op voor het behoud van 10 ha open ruimte (landbouwgrond) in Achel.
Ontdek hier ons persbericht.
In een tijd waarin landbouwers uit alle hoeken klappen ontvangen, vindt het CD&V-bestuur van Hamont-Achel het blijkbaar nodig om er zelf ook nog een uit te delen. Zo wil de plattelandspartij op de Loërakker 10 hectare landbouwgrond via een Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) betonneren tot een nieuwe KMO-zone. Wat nu nog akkerland is, met zicht op open velden en horizon, wordt een binnengebied met bedrijfsgebouwen, verlichting, verharding en een sterk toenemende graad van verkeer en lawaai. Boeren verliezen grond en zekerheid, omwonenden verliezen open ruimte en rust.
Deze actie staat haaks op wat de Vlaming wil: uit een recente bevraging in opdracht van Minister van Platteland en CD&V-boegbeeld Hilde Crevits bleek de Vlaming zeer bezorgd te zijn over het nijpend tekort aan open ruimte en landbouwgrond voor onze boeren. Het lijkt erop dat de resultaten van deze bevraging niet zijn doorgesijpeld tot alle lokale partijafdelingen. Daarnaast lijkt ook de N-VA, die weliswaar niet in de meerderheid zit, actief te lobbyen voor dit project. Via flyers probeert zij omwonenden niet enkel te overtuigen van de noodzaak van dit project, men trekt zelfs de juridische waarde van het gehele Gewestplan in twijfel. We zullen de eersten zijn om toe te geven dat we geen fan zijn van het chaotische Gewestplan, maar het blijft het juridisch en democratisch afgesproken kader, en dus geen vodje papier.
Op zich zijn we niet verbaasd: we zien de laatste jaren een duidelijke trend. Terwijl er op Vlaams en provinciaal niveau (via het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen en het Ruimtepact 2040) wordt aangestuurd op kernversterking, ontharding en het afleren van de Vlaamse reflex tot bouwen, gebeurt op initiatief van lokale besturen en privé-actoren net het omgekeerde. Wij begrijpen vanzelfsprekend dat er nood is aan ruimte om te kunnen ondernemen, maar landbouwers zijn ook ondernemers en de beschikbaarheid van landbouwgronden is een actueel probleem als gevolg van fermettisering, verpaarding, enz. Zo riep Joris Relaes, algemeen directeur van het ILVO, enkele weken geleden nog op om bestaande landbouwgronden beter te beschermen. De Limburgse Milieukoepel tekende dan ook verzet aan tegen dit RUP.
Wie wil ondernemen heeft daarvoor ruimte nodig, dat staat als een paal boven water. Maar in het kader van duurzaam ruimtegebruik zou het best zijn dat lokale besturen afstappen van de ideologie om alles op hun eigen grondgebied te willen kunnen aanbieden. Soms is het vanuit ruimtelijk perspectief nu eenmaal beter dat ondernemers in een buurgemeente aan de slag gaan. Door overal alles te willen voorzien zijn we net in de huidige ruimtelijke rompslomp beland. Erger moet het echt niet worden.
Ondertussen kregen we van omwonenden ook te horen dat makelaars de terreineigenaars al afgaan om nu toch maar als eerste de percelen in handen te kunnen krijgen. Een van hen liet daarbij verstaan dat hij via een kennis bij het kadaster aan adressen van eigenaars was geraakt. Als dat klopt, rijst niet alleen de vraag wie hier precies met wie aan tafel zit, maar ook hoe lichtzinnig men in dit dossier omspringt met gevoelige informatie en met de belangen van omwonenden en landbouwers. Het beeld dat ontstaat, is er een van een plattelandspartij die eerst landbouwgrond opgeeft en vervolgens toelaat dat vastgoedspelers zich in de marge al warmlopen.