Dossiers

Zandwinning Kaulille, Bocholt

Terug naar het projectoverzicht

Onderhandelen loont: de Kempische Zandwinning Winters (KZW), Limburgs Landschap en de Limburgse Milieukoepel sloten een overeenkomst over de exploitatie van een nieuwe zandwinning. Maar de basis, het RUP werd vernietigd door de Raad van State.

Zandwinning Kaulille, Bocholt

Onderhandelingen en akkoorden zijn mogelijk. Maar in dit geval haalde de Raad van State de fundamenten, die niet ter discussie stonden bij de onderhandelingen, onderuit.

2014: een nieuw Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan

Uitgaande van een toenemende vraag naar toekomstige ontginningen van bouwzand nam de Vlaamse regering op 04 april 2014 de beslissing om een Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (GRUP) op te stellen voor de winning van oppervlaktedelfstoffen in de Bocholtse deelgemeente Kaulille. Deze vraag kwam er vanuit verschillende sectoren nl de woningbouw, infrastructuurwerken, asfalt, beton- en keramische nijverheid. Doel van dit GRUP was de aanduiding van bijkomend ontginningsgebied in de deelzones Achterste Hostie, Groote Heide en Raekerheide, het schrappen van het ontginningsgebied Riet- Boschelenheide en het gedeeltelijk schrappen van de industriezone rond de voormalige PRB site (“Het Poeierfabriek”) in Kaulille conform de bepalingen uit het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan. Het RUP kadert ook de herbestemming, nabestemming en ordening van die gebieden na de ontginning.

Het gewestplan , dat zonder een geldig RUP van toepassing is, ziet er als volgt uit:

Het Plan-MER

Om een RUP op te stellen moet eerst een plan-MER opgemaakt worden om de effecten op natuur en milieu van de geplande zantontginning te bestuderen. ANB wees op waardevol oud naaldbos met onder andere de beschermde soort zwarte specht, in kader van het vogelrichtlijngebied en vroeg om ook een ‘ingeperkt alternatief’ te onderzoeken. Bij dit alternatief is er vooral in het gebied van de Raekerheide een aanzienlijke wijziging zichtbaar. Na de ontginning wordt dit deel volledig heraangevuld en nabestemd als natuurgebied. Op de Groote Heide behoudt men de ontstane diepe put die een recreatieve nabestemming krijgt en er wordt net als bij het Integraal Alternatief een deel voorzien als aanvullende bedrijvenzone en een stukje oud bos behouden.

Ook de Achterste Hostie wordt grotendeels nabestemd als natuur.

ANB gaf positief advies op het MER met als vierde alternatief het ingeperkte alternatief, dat als beste naar voren kwam.

2019: Delegatie van de planningsbevoegdheid

Het RUP ‘Zandcluster Kaulille’ behoorde niet tot de zgn. ‘prioritaire dossiers’ van de Vlaamse Regering. Daarom vroeg gemeente Bocholt eind 2018 aan de Vlaamse Regering om de planningsbevoegdheid voor de opmaak van een het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) ‘Zandcluster Kaulille’ te delegeren. Op 16 januari 2019 gaf de Vlaamse regering hiervoor het fiat. Hierdoor kwam de finale beslissing over dit RUP bij de gemeentelijke overheid te liggen.

Standpunt vanuit de Limburgse Milieukoepel.

Door de ontwikkeling van dit project dreigde er heel wat waardevol oud naaldbos voor de bijl te gaan, iets wat we vanuit de natuur- en milieubeweging liever niet zagen. Anderzijds wisten we vanaf het beginstadium dat we te maken kregen met een zeer moeilijk juridisch dossier met een twijfelachtige slaagkans en waren we ons bewust van de maatschappelijke noodzaak van het product zand. Momenteel wordt nog amper 20 % van ons zandgebruik uit eigen bodem ontgonnen. Wettelijk gezien valt de zandwinning onder de wetgeving van het delfstoffendecreet. Dit decreet houdt voor de ontginners weinig tot geen verplichtingen in qua nabestemming en na afloop van de ontginning bleven er in het verleden meestal grote diepe plassen over met weinig ecologische waarde. Dit in tegenstelling tot grind waar de wetgeving (gebaseerd is op het grinddossier zie ook grindwinning op onze projectenpagina).

Daarom heeft de Limburgse Milieukoepel zich op een constructieve manier aan de onderhandelingstafel opgesteld om tot een ontginning te komen met zo weinig mogelijk impact op de natuur en zoveel mogelijk winst van kwaliteitsvolle natuur bij de nabestemming van de ontgonnen terreinen. Om dit te bereiken hebben we zoveel mogelijk elementen uit het grinddossier trachtten te kopiëren naar deze zandwinning. Basis van de gesprekken was het voorliggend 'Beperkt Alternatief' dat er dankzij het ANB gekomen was, maar dat voor de Natuurpunt Limburg en de Limburgse Milieukoepel die destijds aan tafel zaten, nog niet vergaand genoeg was. Een bijkomende belemmerende factor was het feit dat de exploitatie van bouwzand minder winstgevend is dan dit bij grind het geval is.

Onderhandelen loont

De drie deelgebieden zijn in handen van twee kandidaat ontginners: Kaulindus en Kempische Zandwinning Winters (hierna: Winters).

De Limburgse Milieukoepel en Natuurpunt Limburg onderhandelen met beide ontginners afzonderlijk, gezien de verschillende uitgangssituaties.

Deze gesprekken waren zeker niet gemakkelijk en soms durfden de emoties hoog oplopen, maar de slotsom mag positief genoemd worden en uiteindelijk konden we volgende resultaten bekomen:

Kaulindus, Groote Heide en Raeker Heide

Kaulindus deed in het 'Beperkt Alternatief' al vergaande toegevingen met de inkrimping van de plas op de Groote Heide en het terug opvullen na exploitatie op Raeker Heide. In zijn nabestemming zal dit voorbehouden worden als ecologisch waardevol bosgebied. In dit gebied moet in zijn nabestemming een natuurbeheer ingesteld worden. Na overleg met Kaulindus konden volgende punten bovenop het voorliggende plan bekomen worden.

  • Op de Groote Heide stemt Kaulindus in met een aanzienlijke inperking van de zone met nabestemming bedrijvigheid.
  • Over de hele zone van de voormalige PRB voorziet men een onmiddellijke bestemming van de meest waardevolle oude boskernen in de randen tot natuurgebied waardoor er zeker al 11 ha bosgebied met directe ingang een beschermde status krijgt.
  • De tegen het kanaal gelegen “Lelievijvers” met zijn uiterst zeldzame galigaanvegetatie blijft behouden en krijgt de bestemming natuurgebied.
  • Tussen het kanaal en de resterende plas, in de toekomstige recreatieve zone op De Groote Heide, blijft een 60 meter brede zone intact met uitzondering een loskade voor de schepen die er aanmeren in functie van de ontginning.

Deze punten werden bij de goedkeuring van het RUP door de gemeenteraad vastgelegd in de stedenbouwkundige voorschriften van dit RUP en waren daardoor bindend.

KWZ Winters, Achterste Hostie

De firma heeft zich tijdens de onderhandelingen bereid verklaard verdergaande toegevingen te willen doen dan wat er in het ontwerp RUP stond en deze vast te leggen in een bindende overeenkomst.

Hierdoor konden we een heropvulling van de oude plas ‘het Koat’ uit de voorgaande zandwinning en een gefaseerde uitgraving met een voortschrijdend front bepleiten. Dit laatste wil zeggen dat voorin wordt afgegraven en achteraan terug aangevuld wordt met bodemmateriaal dat milieuhygiënisch en bodemtechnisch geschikt is. Fase 1 en 2 worden eerst aangevat, de laatste fases 3 en 4 pas na een algemene goedkeuring aangaande de afwerking en inrichting van de voorgaande fases. In tussentijd worden de reeds vrijgegeven zones ingericht in functie van het toekomstige natuurbeheerplan op deze terreinen. Op deze manier zal er nooit meer dan 10 ha bos gelijktijdig kaalgekapt zijn. De heropvulling van de oude plas ‘het Koat’ zal al van voor de start van de nieuwe zandwinning een aanvang nemen en ontwikkeld worden tot een natuurgebied dat ingevuld zal worden volgens de doelstellingen van het vogelrichtlijngebied dat hier ingesteld is (Moerassige vegetaties met doelsoorten als roerdomp en woudaap).

Verder werden volgende punten voor beide exploitaties bepleit:

  1. Het instellen van een opvolgingscommissie bestaande uit o.a. de gemeente, de ontginners, de natuursector aan te vullen met ander stakeholders.
  2. Het oprichten van een waarborgfonds voor een degelijke uitvoering van de werken en de inrichting van de terreinen in functie van hun eindbestemming.
  3. Het organiseren van een infovergadering op regelmatige basis naar de bevolking en omwonenden toe.

Het Arrest! Zwarte specht en vogelrichtlijngebied

Bos+, de vereniging voor Bos in Vlaanderen besloot op 22 september 2021 naar de Raad van State de trekken om het RUP ‘Zandcluster Kaulille’ te laten vernietigen. Ondanks inspanningen om de natuur zoveel mogelijk te vrijwaren, en een nabestemming natuur, waren zij het fundamenteel oneens met de ontbossing.

De zwarte specht heeft uiteindelijk de doorslag gegeven: de instandhoudingsdoelstelling van 2014 stelde een groei van het leefgebied en/of van het aantal broedparen voorop, terwijl het MER enkel een status quo kon voorspellen. En ook dat was te positief ingeschat, want compensatiebossen en ter plaatse nieuw aangeplante bossen kunnen een bos van 70-80 jaar oud niet zomaar vervangen, en zijn ook (nog decennialang) geen geschikt leefgebied voor de zwarte specht. Bovendien werd ook het gevoerde alternatievenonderzoek voor de gekozen locatie in twijfel getrokken. Dit onderzoek gebeurde al voor het delegatiebesluit van 2019.

Op 4 juli 2023 vernietigde de Raad van State het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) van gemeente Bocholt voor de zandwinning in Kaulille. Dit is goed nieuws voor het bos ter plaatse, dat dus niet gekapt zal worden ten gunste van deze zandwinning.

Een mooie overwinning voor Bos+, die dit RUP aanvocht bij de Raad van State, en gelijk kreeg.

Toch moeten we deze overwinning nuanceren: de veldslag is dan wel gewonnen, de ‘oorlog’ nog niet. Er zal namelijk elders gezocht worden om zand te ontginnen. En elders is niet noodzakelijk beter of minder erg.

Zo zal bijvoorbeeld het gebied ‘Donderslagheide’ of het Noordzeezand weer in het vizier komen. Dat is geen waardevol bos, maar wel zeer waardevolle natuur. Bovendien is het bos in Kaulille een zogenaamd zonevreemd bos: op het gewestplan staat een deel van dit bos ingekleurd als industriegebied. Er is dus geen garantie dat dit waardevol oud dennenbos er overal zal behouden blijven.

De argumentatie van de Raad en het Advies van ANB wijzen op een gewijzigde beleidsvisie waarin het belang van grote entiteiten bos en natuur meer niet zomaar opgeofferd kunnen worden voor delfstoffenwinning.

Intussen heeft ook onze minister van omgeving Zuhal Demir aangegeven dat ze niet veel zin heeft zo’n grote oppervlakte aan bos in de toekomst aan te snijden voor oppervlaktedelfstoffen. Logischerwijze zou volgens de Limburgse Milieukoepel de overheid daarom best een initiatief nemen om nieuwe gebieden aan te duiden die que impact op natuur en bos veel minder gevoelig liggen dan de vroegere aanduidingen die in het verleden juist uit meer economische redenen net in zulke gebieden werden aangeduid.