Grindwinning
Dossiers

Grindwinning

Terug naar het projectoverzicht

Grindwinning: niet langer een doel op zich, enkel nog als hefboom voor maatschappelijke projecten.

Grindwinning

We komen van ver. In de jaren ‘70 en ‘80 van de vorige eeuw woedde er een bitse strijd tussen de Limburgse milieubeweging en de grindboeren. Het was de toenmalige Maaslandse Milieuactie die steevast de koe de bel aanbond. In de jaren ‘90 kwam er onder leiding van toenmalig minister Debatselier een kentering. Na lange en moeizame onderhandelingen zag het grinddecreet op 14 juli 1993 het daglicht. Voortaan hadden de ‘cowboys’ uit de grindsector niet langer meer alle ruimte om in het Maasland en op het Kempisch plateau aan een vorm van roofbouw te doen. Vanaf nu moesten grindgroeven worden heringericht in functie van landbouw, recreatie of natuur. Die herinrichting van de gebieden werd nu beslist in een herstructureringscomité. Het overkoepelende grindcomité waarin de Limburgse Milieukoepel was vertegenwoordigd bewaakte het geheel. In het herstructureringscomité had Natuurpunt twee leden met stemrecht. In de begin jaren van dat comité werd de stem van de milieubeweging nogal eens weggestemd door een meerderheid bestaande uit lokale politici, ambtenaren, grind- en landbouwsector. Recreatie- en landbouwbelangen primeerden nog te vaak: ”ach natuur, wel mooi maar wat brengt dat op?” We lieten ons echter niet onbetuigd. Onze gesprekspartners konden er niet langer om heen. Die groene jongens in de grindfora kwamen met goed onderbouwde argumenten, bleken dan toch niet die groene fundis waarvoor men ze graag versleet . Het is een klassieker: mensen stigmatiseren om ze vervolgens te kunnen af serveren om zo de gevestigde machtsorde te behouden.

Maar toch, gaande weg verbeterde onze relatie met de gesprekspartners rond de tafel. Hierbij werden we doorgaans goed geholpen door een sterker wordende Vlaamse en Europese regelgeving om meer plaats in te ruimen voor natuurherstel en natuurontwikkeling. Denk maar aan de Europese habitatrichtlijn en het Vlaamse Natuurdecreet. Die langzame kentering resulteerde vanaf circa 2005 in uitgesproken natuurgerichte herinrichting van voormalige grindgroeves en grindplassen. De aankoop door Natuurpunt van de grindgroeve van Maasbeempder was een eerste positief signaal. Later volgde de natuurgerichte herinrichting van de Kleizone en de overdracht aan Limburgs Landschap. Belangrijk was ook de natuurgerichte afwerking van de grote grindgroeve Bichterweerd in Rotem alsook een paar groeves op het Kempisch plateau die een natuurfunctie moesten krijgen. Minstens 400 ha aan voormalige grindgroeven, met grote ontwikkelingskansen voor nieuwe dynamische natuur. Na 2010 zou dit lijstje nog fors worden aangevuld met een natuurgerichte heroriëntatie van herstructureringsplan voor Negenoord-Kerkeweerd (200 ha), de verwerving van de oude Weerd (30ha) in Rekem en nog andere projecten. Tal van planten, insecten, en vogelsoorten herkoloniseren de Maasvallei dankzij de ruimte en de kansen die deze terreinen te bieden hebben. Stuk voor stuk ook gebieden die nu gekoesterd worden door velen, en niet alleen door natuurbeschermers. Ze zijn het resultaat van veel debat, dialoog, overtuigingskracht en inzet.

En toch vertoonde het grinddecreet nog veel tekortkomingen. Bovendien was er de dreiging uit politieke hoek. Hoewel de grindwinning in 2005 definitief moest stoppen, dreigde de toenmalige Vlaamse regering en bevoegd minister Kris Peeters om deze decretale afspraak te negeren en het grinddecreet aan te passen of de grindwinning onder te brengen in het Vlaamse delfstoffendecreet. Een decreet dat niet bepaald een goede reputatie had en heeft noch bij de milieubeweging noch bij de grindbedrijven. Veel wees erop dat de Vlaamse regering ons voor voldongen feiten zou plaatsen. Daar werd in nauwe samenspraak tussen de milieubeweging en de grindsector zelf, een stokje voor gestoken.

Herenakkoord

Tussen 2006 en 2008 werd er veel overlegd en onderhandeld tussen grindsector en milieubeweging. De grindsector wilde toch verder doen, en de milieubeweging hield vast aan de grindstop zoals decretaal was vastgelegd. Uiteindelijk kwam men tot een zogenaamd ‘herenakkoord’ waarbij beide partijen een twaalftal randvoorwaarden afspraken waarbinnen er nog grind kon worden gewonnen. Basis van dit alles was dat grindwinning als doel op zich niet langer kan. Dat betekent daadwerkelijk de stopzetting van de grindwinning om de grindwinning, zoals dat in 1993 in het grinddecreet was vastgelegd.

Projectgrindwinning, het witte konijn

Kern van het herenakkoord: er zou alleen nog ontgrind kunnen worden in het kader van projecten die een groter maatschappelijk belang dienen. Zo ontstond het idee voor wat nu heet “projectgrindwinning”.

Een korte definitie: Projectgrindwinning is grindwinning die gepaard gaat met de realisatie van een maatschappelijk project van groot openbaar belang dat op zichzelf niet gericht is op het winnen van grind.

In dat concept werden alle overeen gekomen randvoorwaarden uit het “Herenakkoord” samengebracht. De milieubeweging, landbouwsector en grindsector schreven met deskundige hulp van een onderlegd jurist een fundamenteel herwerkt grinddecreet. Dat ontwerp werd door 3 volksvertegenwoordigers van de toenmalige meerderheid geadopteerd en finaal op 3 april 2009 door het Vlaams parlement goedgekeurd. Een revolutionair decreet werd het genoemd door juristen die thuis zijn in het milieurecht en de regelgeving inzake Ruimtelijke Ordening.

Dat fors gewijzigde grinddecreet betekent vooral dat in het winterbed van de Maas enkel nog grind kan worden gewonnen en gecommercialiseerd als men daarmee nieuwe grotere natuurontwikkelingsprojecten kan realiseren en /of een bijdrage levert aan de hoogwaterveiligheid in de Maasvallei. Kortom, grindwinning als hefboom voor projecten van groot maatschappelijk belang. Dat is hoe het letterlijk in het aangepaste grinddecreet is neergeschreven.

Ook buiten het winterbed kunnen er met deze procedure projecten worden gerealiseerd. Daar is de mogelijkheid voorzien dat gebieden met een landbouwbestemming (geel op het gewestplan of ruimtelijk uitvoeringsplan) ook na uitvoering van het project terug een landbouwbestemming krijgen, maar altijd onder de voorwaarde dat in dergelijk terrein er ook betekenisvolle winst wordt geboekt voor natuur en landschap. Dat kan onder meer door bij herinrichting dit gebied te voorzien van blijvende ecologische infrastructuur. Zeg maar een netwerk van Kleine Landschapselementen. Het is aan de milieubeweging om af te wegen of een uitgewerkt projectplan aan deze eis voldoet.

Voor de volledigheid is het wel goed om weten dat er naast de Projectgrindwinning nog winning mogelijk blijft in de volgende 2 uitzonderingsgevallen:

  • Grindwinning als nevenproductie bij winning van onderliggend kwartszand;
  • Grindwinning bij infrastructuurwerken. Een piste die werd ingezet toen de Vlaamse Waterweg omstreeks 2013 de Maasuiterwaard bij Booien-Veurzen moest verlagen in het kader van een internationale overeenkomst voor hoogwaterveiligheid. Een piste die door de milieubeweging zeer kritisch wordt bekeken en waarover we met de grindsector hebben afgesproken dat deze piste niet wordt gebruikt zonder voorafgaandelijke instemming van de milieubeweging.

Twee andere cruciale verworvenheden bij Projectgrindwining:

Consensus over een finaal projectplanplan als absolute voorwaarde!

Een projectvoorstel zonder betekenisvolle natuur en/of landschapsversterking zal door de milieubeweging niet worden goedgekeurd. Dat betekent dat de decretaal vereiste consensus niet wordt bereikt en het project dus niet levensvatbaar is.

In het grinddecreet uit 1993 ging men pas over herinrichting en beheer van een groeve nadenken nadat de vergunning voor de ontginning al was afgeleverd. In deze nieuwe aanpak wordt een project pas mogelijk als er tussen alle betrokken partijen aan tafel een consensus is over alle ins en outs van het project. Dus vooraf moet duidelijk zijn wie na de werken de nieuwe eigenaar wordt van het projectgebied, tegen welke voorwaarden, hoe het gebied in detail wordt heropgevuld, met welke bodemsamenstelling, het reliëf, tot en met het beheer en de uitrusting (rasters, al of niet een wandeltraject, enz), eventueel flankerende maatregelen voor landbouw, enz. Pas als er over dit alles een consensus wordt bereikt tussen de betrokken gemeenten, de provincie Limburg, de landbouwsector, de grindsector en de milieubeweging kan het projectgrindwinningscomité het project groen licht geven. Natuurlijk moeten dan ook alle andere vergunningstechnische voorwaarden nog worden voldaan (MER, adviesverlening door alle betrokken administraties). Het is dan aan de Vlaamse regering om het project finaal goed te keuren of af te keuren.

Geen “mits” of “maar” van de Vlaamse regering

Nieuw en nogal opzienbarend is dat er in het aangepaste grinddecreet, op uitdrukkelijke vraag van de milieubeweging, is vastgelegd dat de Vlaamse regering het project niet kan bijsturen of wijzigen door bepaalde onderdelen aan te passen, te schrappen of toe te voegen. De Vlaamse regering keurt het project goed of keurt het af! Niet meer, niet minder. Bij een neen van de Vlaamse Regering dient het PGC zijn huiswerk over te doen of het project definitief af te voeren. M.a.w. eens er op Limburgs niveau binnen het PGC een consensus is bereikt, wordt het voor iedereen aan tafel onmogelijk om de projectinhoud via lobbying bij de Vlaamse regering nog te wijzigen in zijn voordeel. Zo blijft het soms broze en gevoelige evenwicht dat in het PGC is tot stand gekomen ook overeind. Daarmee voorkomen we mogelijke negatieve effecten van onkies lobbywerk richting de Vlaamse regering nadat er in het PGC een akkoord werd afgehamerd.

Helder, zo voorkomen we ongevallen en vertrouwensbreuken!

Elerweerd, eerste projectgrindwinning

Ondertussen is de eerste projectgrindwinning in volle uitvoering. Een gebied van 164 ha deels met een gewestplanbestemming Natuur en een groot deel Landbouw was voor het overgrote deel in intensief landbouwgebuik. Heel dit gebied wordt nu verlaagd en omgevormd tot één groot natuurgebied dat in de komende 15 jaar stapsgewijs zal worden ontgrind en afgewerkt en ingericht als natuurontwikkelingsgebied. In het kader van de projectgrindwinningsprocedure werd het gebied via een RUP herbestemd tot natuurontwikkelingsgebied.

Er komen in tegenstelling tot de vroegere praktijken geen diepe plassen in het terrein. De nieuwe toplaag zal arm zijn aan voedingsstoffen en zo kansen bieden aan veel kritische plantensoorten die hier thuis horen. De oude humuslaag verdwijnt dieper in de heropvulling.

Al deze aspecten zijn vooraf goed doorgesproken tussen het ANB, Natuurpunt, RLKM, en de grindsector en verankerd in het finale goedgekeurde plan en de omgevingsvergunning. De naleving van al deze afspraken wordt op de voet gevolgd door de Vlaamse overheid alsook het secretariaat van het projectgrindwinningscomité en alle betrokken partijen. Bij de oplevering van ieder deelgebied (5 a 10 ha vanaf 2023) per jaar zal ook de toekomstige eigenaar, m .n. Natuurpunt telkens zijn goedkeuring moeten kunnen geven aan het opgeleverde resultaat.

De verwachting is dat het project Elerweerd nog een 15 -tal jaren zal duren, met dien verstande dat ondertussen Natuurpunt jaar na jaar enkele ha van het nieuwe afgewerkte gebied in beheer zal nemen. Tegen circa 2035 -2037 zou dan het volledige projectgebied als natuurgebied kunnen functioneren. De wandelaar zal er welkom worden geheten en op een verhoogde, alternatief verharde dienstweg (van de Vlaamse Waterweg) parallel aan de Maas, zal een lokale fietser nog vrij dicht langs de Maas kunnen fietsen.

Toekomst

Toekomstgericht bestaat de mogelijkheid dat er nog andere gebieden in de Maasvallei zullen worden aangevat. Dat zal alleen maar mogelijk zijn als alle partijen die rond de tafel zitten in het projectgrindwinningscomité het over ieder project en over heel de lijn van dat project eens zijn. Dat wil onder meer zeggen dat iedere partner het eens is over de nieuwe functie, de toekomstige eigenaar, het beheer en de detailinrichting, en eventueel flankerende maatregelen. Zonder deze consensus geen project.

De milieubeweging wordt op dit moment in het PGC vertegenwoordigd door Gust Feyen namens de BBL en ondergetekende namens Natuurpunt vzw

Lambert Schoenmaekers
Bestuurder Limburgse Milieukoepel
Op moment van schrijven lid van Grindcomité en Projectgrindwinningscomité namens Natuurpunt vzw